Dahua XVR-opslagcapaciteit uitbreiden met een ASUSTOR NAS

CURSUSDOELSTELLINGEN

Na afronding van deze cursus, moet u in staat zijn om:

1. Maak een iSCSI LUN aan op een ASUSTOR NAS en voeg het toe aan een Dahua XVR als opslagruimte.

VOORWAARDEN

Cursusvoorwaarden:

NAS 308 Inleiding tot iSCSI

Van studenten wordt verwacht dat zij beschikken over een actieve kennis van:

Nvt

OVERZICHT

1. Inleiding tot iSCSI

iSCSI (Internet Small Computer System Interface) is een op het Internet Protocol (IP) gebaseerde opslagnetwerkstandaard voor het koppelen van gegevensopslagfaciliteiten. Het biedt een hoge uitbreidbaarheid en lage implementatiekosten. Via de bestaande netwerkinfrastructuur en iSCSI kunt u uw NAS gebruiken om bestaande opslagruimte uit te breiden of het te laten fungeren als back-upbestemming.

iSCSI bestaat uit twee uiteinden, een doel en een initiator. De initiator (op uw computer) functioneert als een iSCSI-client en wordt gebruikt om iSCSI-hosts te zoeken en om targets in te stellen. Targets zijn opslagbronnen die zich op een iSCSI server bevinden. Een iSCSI-doel is vaak een specifiek op het netwerk aangesloten apparaat voor harde schijfopslag (ASUSTOR NAS).

Opmerking: Een enkel doel mag niet gelijktijdig verbonden zijn met meerdere clients of initiators.

2. Een iSCSI LUN aanmaken op uw ASUSTOR NAS
In het volgende voorbeeld nemen we u mee door het proces van het aanmaken van een iSCSI-volume op een ASUSTOR NAS en het vervolgens verbinden met een Dahua XVR.

STAP 1

Log in bij ADM en open [Storage Manager]. Klik op de knop [Aanmaken] onder de sectie iSCSI.

STAP 2

Het venster Nieuw iSCSI-apparaat aanmaken verschijnt nu. Selecteer het keuzerondje [Een iSCSI-doel met één LUN] en klik op [Volgende].

STAP 3

Voer een naam in voor je Target en klik op [Volgende].

STAP 4
Selecteer het keuzerondje [Geen verificatie vereist] en klik op [Volgende].
In ons voorbeeld hebben we ervoor gekozen om geen authenticatie te gebruiken. Als je echter de identiteit van een gebruiker wilt verifiëren, kun je ervoor kiezen om CHAP-verificatie te gebruiken. Als je ervoor kiest om CHAP-verificatie te gebruiken, moet er eerst een CHAP-wachtwoord ter verificatie worden ingevoerd door de initiator voordat deze verbinding kan maken met het doel.

STAP 5
Selecteer het keuzerondje [Een nieuwe iSCSI LUN maken]. Vul een naam in voor uw LUN en selecteer een grootte. Als u klaar bent, klikt u op [Volgende].
Opmerking: Een LUN (logisch eenheidsnummer) vertegenwoordigt een individueel adresseerbaar (logisch) SCSI-apparaat dat deel uitmaakt van een fysiek SCSI-apparaat (doel). In een iSCSI-omgeving zijn LUN's in wezen genummerde schijfstations. Een initiator onderhandelt met een doel om verbinding te maken met een LUN. LUN's vertegenwoordigen schijfdelen van uw harde schijven.

STAP 6

Bekijk een laatste overzicht van uw instellingen. Als je klaar bent, bevestig je deze instellingen door op [Voltooien] te klikken.

STAP 7
Je ziet nu het nieuwe doel dat je hebt gemaakt.

3. Een iSCSI LUN toevoegen aan een Dahua XVR
3.1 Verbinding maken met een ASUSTOR iSCSI LUN
In het onderstaande voorbeeld verbinden we een Dahua XVR met een iSCSI volume op een ASUSTOR NAS.

STAP 1
Log in op de Dahua XVR, selecteer [Setup] > [Storage] en klik op [iSCSI].

STAP 2

Voer het IP-adres van uw ASUSTOR NAS in en klik vervolgens op [Pad instellen].

Als u ervoor hebt gekozen om CHAP-verificatie te gebruiken bij het instellen van iSCSI, voer dan ook de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geconfigureerd. U kunt pas verbinding maken wanneer de verificatie is geslaagd.

STAP 3
Selecteer het iSCSI-volume dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op [OK].

STAP 4
Klik op de knop [Toevoegen] en klik vervolgens op de knop [Opslaan] om de configuratie te voltooien.

3.2 Uw harde schijf formatteren
Nadat u het iSCSI-volume met succes hebt toegevoegd, moet u uw harde schijf formatteren voordat u deze kunt gebruiken.

STAP 1
Selecteer het tabblad [Set-up], gevolgd door [Opslag] en [HDD-beheer].

STAP 2
Selecteer de iSCSI pool die u zojuist hebt toegevoegd en klik vervolgens op de knop [Formatteren].
*Let op: deze stap verwijdert alle gegevens in de iSCSI LUN.

STAP 3
Controleer of "Normal" wordt weergegeven in de kolom [Status].

3.3 Opnames configureren
Na het formatteren van je schijf kun je de paden configureren waar de camera-opnames worden opgeslagen.

STAP 1
Selecteer [Set-up] > [Opslag] > [Geavanceerd] en selecteer het tabblad [HDD]. Als u meer dan één harde schijf hebt, kunt u hier groepsnummers voor harde schijven toewijzen.

STAP 2
Selecteer de [Main Stream] tab. Hier kunt u de harde schijf configureren waarop de hoofdstroomopnamen voor elke camera worden opgeslagen.

STAP 3

Selecteer de [Sub Stream] tab. Hier kunt u instellen waar de opnames voor de substreams van elke camera worden opgeslagen.

STAP 4

Selecteer het tabblad [Snapshot]. Hier kunt u aangeven waar de snapshots voor elke camera worden opgeslagen.

STAP 5

Selecteer [Opnemen] in het linkerpaneel. Hier kun je de opnames configureren voor de streams en snapshots van elke camera.

STAP 6

Select [Schedule] from the left hand panel. Here you will be able to configure the recording mode and schedule for each camera.