We gebruiken cookies om onze webpagina te verbeteren. Raadpleeg ons cookiebeleid .

NAS 259

Remote Sync (Rsync) gebruiken om een back-up te maken van uw gegevens

Leren om Rsync-back-uptaken aan te maken en uit te voeren naar een externe ASUSTOR NAS

2024-06-26

CURSUSDOELSTELLINGEN

Na afronding van deze cursus, moet u in staat zijn om:

  1. Een basisinzicht te hebben in Rsync.
  2. Een Rsync-back-uptaak aan te maken en uit te voeren naar een externe ASUSTOR NAS.
  3. Een inzicht te hebben in enkele van de Rsync-gebruiksscenario's met ASUSTOR NAS.

VOORWAARDEN

Cursusvoorwaarden:

Geen

Van studenten wordt verwacht dat zij beschikken over een actieve kennis van:

Nvt


OVERZICHT

1. Inleiding op Rsync

2. Rsync gebruiken

2.1 De Rsync-serverservice inschakelen op de externe ASUSTOR NAS

2.2 Een Rsync-back-uptaak aanmaken op de lokale ASUSTOR NAS

3. Rsync - Beste werkmethoden

3.1 Gecentraliseerde back-up (voor meerdere sites)

3.2 Offsite back-up





1. Inleiding op Rsync

Rsync is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt om bestanden en mappen te synchroniseren van de ene naar de andere locatie. Het biedt kopiëren op blokniveau en is geschikt voor gebruik met bestanden en gegevens die voortdurend wijzigen. Door te voorzien in kopiëren op blokniveau, kan Rsync een incrementele back-up bieden. Incrementele back-up maakt opeenvolgende back-uptaken mogelijk (na uw eerste back-uptaak) om alleen gegevens te kopiëren die zijn gewijzigd sinds uw laatste back-uptaak. Als u bijvoorbeeld enkele kleine wijzigingen hebt aangebracht aan een bestand van 10 MB, zal de incrementele back-up alleen de delen kopiëren waaraan u wijzigingen hebt aangebracht. Door alleen de verschillen tussen twee bestandenreeksen over te zetten, kan Rsync u helpen om het gebruik van bandbreedte aanzienlijk te reduceren.




2. Rsync gebruiken

In het volgende voorbeeld doorlopen wij met u het proces van het gebruik van Rsync om een back-up te maken van gegevens van een lokale ASUSTOR NAS naar een andere externe ASUSTOR NAS.

ASUSTOR NAS kan als een Rsync-server en als Rsync-client functioneren, wat betekent dat u uw NAS kunt gebruiken als gecentraliseerde back-upserver of een back-up kunt maken van uw NAS naar een andere NAS of een Rsync-compatibele server.


2.1 De Rsync-serverservice inschakelen op de externe ASUSTOR NAS

In dit gedeelte schakelen wij de Rsync-serverservice in en gaan vervolgens verder met het aanmaken van een back-upmodule voor het opslaan van back-uptaken. Denk eraan dat u de Rsync-serverservice moet inschakelen op een ASUSTOR NAS voordat u Rsync kunt gebruiken voor het maken van een back-up.


STAP 1

  • Selecteer [Services] [Rsync-server].
  • Selecteer [Rsync-server inschakelen] en klik vervolgens op [Toepassen].
  • Klik tenslotte op [Toevoegen] onder de koptekst Back-upmodules.


STAP 2

  • Het venster Nieuwe back-upmodule toevoegen wordt nu weergegeven. Voer een naam in voor de nieuwe module en klik vervolgens op [Bladeren] om het pad te selecteren waarnaar de bestanden voor deze module worden opgeslagen.
  • Klik op [Voltooien] wanneer u klaar bent.


STAP 3

  • U zou nu de nieuwe back-upmodule moeten kunnen zien onder de koptekst Back-upmodules.


Gebruikers authenticatie is optioneel voor backup modules. Rsync server onder ADM maakt geen gebruik van gebruikers accounts en wachtwoorden. Om Rsync met authenticatie te gebruiken, moet u Rsync-specifieke gebruikers aanmaken met hun eigen wachtwoorden.

  • Klik op Gebruikers beheren.


  • Klik op Toevoegen.
  • Klik op OK na het ingeven van een gebruikersnaam en wachtwoord.


  • Selecteer een backup module en klik op Bewerk.


  • Selecteer Ja om authenticatie in te schakelen. Selecteer gebruikers die deze backup module gebruiken. Klik op OK.



2.2 Een Rsync-back-uptaak aanmaken op de lokale ASUSTOR NAS

In dit deel maken wij een back-uptaak aan en voeren deze uit naar de externe ASUSTOR NAS via een lokale ASUSTOR NAS.


STAP 1

  • Selecteer [Back-up & herstel] [Externe sync].
  • Klik op [Aanmaken] onder het tabblad Remote Sync.


STAP 2

  • De wizard Nieuwe back-uptaak aanmaken wordt nu weergegeven. Onder [Overdrachtmodus] selecteert u het keuzerondje [Uw NAS -> Nog een ASUSTOR NAS] en klik dan op [Volgende].


STAP 3

  • Voer het IP-adres in van de ASUSTOR NAS waarnaar u een back-up wilt maken in het veld [Serveradres] en klik dan op [Volgende].
    • Je kunt hier LAN IP, WAN IP of DDNS invoeren.


Opmerking:

  • Als de Rsync server backup module op afstand authenticatie vereist, geeft u de Rsync gebruikersnaam en wachtwoord op die nodig zijn voor de Rsync backup module. Bij gebruik van een ASUSTOR NAS als de Rsync server op afstand, kunnen geen lokale ADM accounts worden gebruikt. U kunt in sectie 2.1 lezen hoe u gebruikers kunt beheren voor Rsync server backup modules.

  • U kunt er ook voor kiezen om een versleutelde transmissie te gebruiken. Als u besluit om dit te doen, dient u zowel de SSH connectie poort als de beheerders gebruikersnaam en wachtwoord op te geven van de Rsync server op afstand.


STAP 4

  • Selecteer hier een backup type.
    • Maak backup van meerdere items naar een enkele locatie: Alle gekozen bronmappen worden gekopieerd naar de bestemmings map. Er kunnen meerdere mappen geselecteerd worden.
    • Eén op één map backup: Alle data in de toegewezen bestemmings map wordt gesynchroniseerd met de data in uw bronmap. De inhoud van beide mappen zal identiek zijn.


STAP 5

  • Selecteer de bronmappen of -bestanden waarvan u een back-up wilt maken en klik dan op [Volgende].


  • Selecteer de module waarnaar u een back-up wilt maken en klik dan op [Volgende].

Opmerking: U kunt de lijst met back-upmodules zien die zijn aangemaakt door de externe NAS, geïntroduceerd in sectie 2.1.




  • Selecteer de bronmappen waarvan u een back-up wilt maken.
  • Selecteer hier meerdere 1 op 1 mappen voor een backup in één backup taak. (Nieuw in ADM 4.2.1)


  • Selecteer de module waarnaar u een back-up wilt maken en klik dan op [Volgende].

Opmerking: U kunt de lijst met back-upmodules zien die zijn aangemaakt door de externe NAS, geïntroduceerd in sectie 2.1.



STAP 6

  • Selecteer [Nu back-up maken] en klik op [Volgende].

Opmerking: U kunt ook [Geplande back-up] selecteren om regelmatig back-ups te maken. Hier kunt u de frequentie instellen van herhalende backups gedurende de backup periode. (Nieuw in ADM 4.2.1)


STAP 7

  • Voer een naam in voor de back-uptaak in het veld [Taak opslaan als] en klik op [Volgende].


Opmerking: hier ziet u ook aanvullende selectievakjes voor een groot aantal verschillende back-upopties. Deze opties worden als volgt omschreven:

  • Archiefmodus (incrementele back-up): na het inschakelen van deze functie, zullen opeenvolgende back-uptaken (na uw eerste back-uptaak) alleen de gegevens die gewijzigd zijn sinds uw laatste back-uptaak, kopiëren (blokniveau). Als u bijvoorbeeld enkele kleine wijzigingen hebt aangebracht aan een bestand van 10 MB, zal de incrementele back-up alleen de delen kopiëren waaraan u wijzigingen hebt aangebracht. Dit kan het bandbreedtegebruik aanzienlijk verminderen.
  • Gegevens comprimeren tijdens de overdracht: tijdens de back-up kunt u de gegevens die worden overgedragen comprimeren zodat het bandbreedtegebruik wordt verminderd.
  • Metagegevens bestand behouden: wanneer u deze optie inschakelt, worden bepaalde bestandseigenschappen (machtigingen, uitbreidingen, attributen, eigenaar, groepen, enz.) samen met het bestand naar de bestemming verzonden.
  • Ondersteuning replicatie tijdelijke bestanden: u hoeft deze optie alleen in te schakelen wanneer de gegevens waarvan u een back-up wilt maken, tijdelijke bestanden bevatten. U hoeft deze optie normaal niet in te schakelen.
  • Bestandsoverdracht hervatten: Als een verbinding of doorvoer onderbroken wordt, schakel dan deze optie in om door te gaan met het verplaatsen van bestanden als de verbinding hersteld is.
  • Missiemodus: Back-uptaken kunnen soms worden gestopt door verschillende verbindingsproblemen met een bezette server aan het andere uiteinde. Met de optie Missiemodus van ASUSTOR kunt u het aantal verbindingspogingen en het tijdinterval voor de verbindingspogingen configureren. Zo bent u zeker dat uw back-uptaak met succes is voltooid. Dit biedt IT-beheerders een extreem hoge flexibiliteit wanneer u back-uptaken configureert.


Hier ziet u ook extra opties als u een een-op-een mapback-up gebruikt.

  • Extra bestanden houden op de bestemming: Nadat het kopiëren en synchroniseren van bestanden is voltooid, moeten de gegevens op de bron en de bestemming exact dezelfde zijn. Er zijn echter soms extra bestanden aanwezig op de bestemming. Deze bestanden zijn alleen aanwezig op de bestemming, maar niet op de bron. Door deze optie in te schakelen, worden deze extra bestanden behouden op de bestemming en blijven ze ongewijzigd.


STAP 8

  • Bevestig uw instellingen en klik op Voltooi.



STAP 9

  • De aangemaakte taak zou nu moeten verschijnen. Als de backup taak momenteel niet in gebruik is, klik op Back up Nu om de taak uit te voeren.


  • Klik op afbreken om een backup taak af te breken die momenteel in gebruik is.




3. Rsync - Beste werkmethoden

In het volgende voorbeeld geven wij u een inleiding op enkele beste werkmethoden met Rsync in combinatie met ASUSTOR NAS.


Rsync is een veelgebruikte opdracht in Linux-systemen. U kunt het volgende voorbeeld raadplegen om de opdracht Rsync te gebruiken op Linux-apparaten voor het back-uppen van bestanden naar ASUSTOR NAS. Voer "rsync --help" in om meer opdrachtopties op te vragen.



3.1 Gecentraliseerde back-up (voor meerdere sites)

Een ASUSTOR NAS kan worden gebruikt als een gecentraliseerde back-upserver voor meerdere sites. Gecentraliseerde back-up kan op de volgende twee manieren worden uitgevoerd:


Pull-back-up

Bij “Pull-back-up” worden gegevens van meerdere sites op de gecentraliseerde back-upserver (NAS) "getrokken" voor back-up. De back-uptaken worden allemaal gestart door de gecentraliseerde back-upserver. De gecentraliseerde back-upserver kan back-uptaken op verschillende momenten plannen, waardoor potentiële verstopping en bandbreedteproblemen worden vermeden.



Voor een zogenaamde “Pull backup”, kunt u een ASUSTOR NAS gebruiken als de gecentraliseerde backup server en backup jobs aanmaken op deze ASUSTOR NAS. Selecteert u [Nog een ASUSTOR NAS -> Uw NAS] of [Rsync-compatibele server -> Uw NAS] om een transmissie modus te selecteren.
Leest u aub sectie 2.1 over hoe u backup modules aan moet maken op elke NAS op afstand en tevens voor informatie over welke mappen in te stellen voor backup naar deze ASUSTOR NAS.



Rsync-server

Bij “Rsync-server” treedt de NAS op als een gecentraliseerde Rsync-back-upserver. De back-uptaken worden allemaal gestart door hun desbetreffende sites. Het potentiële nadeel van deze opstelling is dat er verstopping en bandbreedteproblemen kunnen ontstaan wanneer teveel sites tegelijkertijd back-uptaken starten.



Voor ASUSTOR NAS apparaten die dienen als een Rsync server, leest u aub sectie 2.1 om te lezen hoe u backup modules aanmaakt om data te backuppen van een andere NAS op afstand. Bij het aanmaken van een Rsync backup job op een andere ASUSTOR NAS op afstand, selecteert u [Uw NAS -> Nog een ASUSTOR NAS] om een transmissie modus te selecteren.



3.2 Offsite back-up

Van gegevens van uw NAS kan offsite een back-up worden gemaakt naar een externe site voor extra beveiliging. U kunt de functie [Remote Sync], die u kunt vinden onder de systeemapp [Back-up & herstel], gebruiken om een back-up te maken van uw NAS naar een andere ASUSTOR NAS of een met Rsync compatibele server. Het hoofddoel van offsite back-up is noodherstel in het geval van natuurrampen, diefstal en storingen van de harde schijf of andere mechanische storingen. Met gegevens waarvan reeds offsite een back-up is gemaakt, zouden inspanningen van voor noodherstel ongecompliceerd en simpel moeten zijn.




Meer informatie

Was dit artikel nuttig? Ja / Nee