Uw NAS inschakelen als DHCP-server om automatisch IP-adressen toe te wijzen aan alle netwerkapparaten

CURSUSDOELSTELLINGEN

Na afronding van deze cursus, moet u in staat zijn om:

1. Gebruik uw NAS als een DHCP-server om automatisch IP-adressen toe te wijzen aan alle netwerkapparaten en beheer uit te voeren.

VOORWAARDEN

Cursusvoorwaarden:

Geen

Van studenten wordt verwacht dat zij beschikken over een actieve kennis van:

Geen

OVERZICHT

1. Inleiding DHCP-server

Elk netwerkapparaat heeft een uniek IP-adres nodig om te communiceren met andere netwerkapparaten en om correct toegang te krijgen tot het internet. Bij het implementeren van een grootschalige netwerkomgeving is het handmatig configureren van netwerkparameters voor elk apparaat een hoop gedoe en inefficiënt voor IT-managers. Het opzetten van een DHCP-server kan het toewijzen van IP-adressen automatiseren. Alle netwerkapparaten kunnen dan volledige en correcte netwerkparameters ontvangen bij het opstarten.

Kenmerken:

• DHCP-server kan worden ingeschakeld op elke zelfstandige netwerkinterface op de NAS
• Biedt volledige netwerkparameterinstellingen (leasetijd, DNS-server, domeinnaam, subnetmasker, gateway IP)
• Ondersteunt lijst met meerdere subnetten
• Ondersteunt DHCP-reservering

Opmerking: Als er al een DHCP-server bestaat op hetzelfde lokale netwerk, schakel dan de DHCP-server NIET in op de NAS. Anders kan dit IP-conflicten of problemen met netwerktoegankelijkheid veroorzaken.



2. DHCP-server configureren

STAP 1

• Meld u aan bij [ADM] via een webbrowser en selecteer vervolgens [Settings] [Network] [Network Interface] en selecteer vervolgens ofwel [LAN 1], [LAN 2] of [LAN n] afhankelijk van uw verbinding, klik op de knop [Configure].
• Selecteer het keuzerondje [IP-adres handmatig instellen] en vul vervolgens de vereiste velden in. Klik op [OK] wanneer u klaar bent.

Opmerking: u kunt de DHCP-serverinstellingen alleen configureren als het IP-adres handmatig werd geconfigureerd.

STAP 2

• Klik op de knop [DHCP Server Settings], vink de optie [Enable DHCP Server] aan en vul de volgende velden in:
  
  • Leasetijd (hr): De leasetijd verwijst naar de tijd dat een IP-adres wordt verhuurd aan de clients. Gedurende die tijd is het IP gereserveerd voor de toegewezen client. Wanneer de leasetijd verloopt, kan het IP worden toegewezen aan een andere client. Dit veld wordt ingesteld in uren en de maximale waarde is 720.
  • Primaire/secundaire DNS: Hier kun je het DNS-adres voor DHCP-clients opgeven.
  • Domeinnaam: hier kunt u de domeinnaam voor de DHCP-server opgeven.

STAP 3

• Klik op [Subnet List] [Add] om een nieuw IP-segment toe te voegen.
  
  • Inschakelen: Het opgegeven subnet in- of uitschakelen.
  • IP-bereik: Het IP-bereik opgeven om toe te wijzen aan DHCP-clients.
  • Subnetmasker: Geef het subnetmasker voor DHCP-clients op.
  • Gateway: Voer de standaard IP-gateway voor dit subnet in.

Opmerking: u moet ten minste één subnet toevoegen en inschakelen om de DHCP-server met succes in te schakelen.erver.



3. DHCP-server beheren

• DHCP-clientlijst: Hier kun je de informatie voor alle huidige DHCP-clients bekijken (inclusief MAC-adres, IP-adres, hostnaam en verlooptijd).

• DHCP Reserveringen: Om ervoor te zorgen dat een specifieke client bij vernieuwing altijd hetzelfde IP-adres gebruikt, volg je de onderstaande stappen om de client toe te voegen aan de DHCP-reserveringslijst.
  
  • Klik op [Toevoegen].
  • Voer het MAC-adres van de client, het gereserveerde IP-adres en de hostnaam van de client in.
  • Klik op [OK] om de instellingen op te slaan.